Geplaatst op vrijdag 25 februari 2022 om 12:30.
Verffabrikant AkzoNobel werd in de afgelopen periode geconfronteerd met significant gestegen grondstofkosten. Uit de vierdekwartaalcijfers van 2021 bleek dat de stijgende grondstofkosten de winstmarge enigszins hebben gedrukt. Dankzij een verbeterde prijsmix noteerde AkzoNobel wel een hoger dan verwachte omzet. Ook kondigde het verfconcern een nieuw aandeleninkoopprogramma aan, wat al met al resulteerde in optimisme rondom het aandeel.
AkzoNobel publiceerde op 10 februari zijn vierdekwartaalcijfers, die in eerste instantie een wisselend beeld leken te schetsen. Net als veel andere beursgenoteerde bedrijven, kreeg AkzoNobel het afgelopen jaar te maken met een flinke stijging van de grondstofkosten en verstoringen binnen de aanvoerketen. Zodoende zag de op drie na grootste verffabrikant ter wereld zijn aangepaste inkomsten over het vierde kwartaal op jaarbasis teruglopen met 28,9% naar € 209 miljoen. De volumes over het afgelopen kwartaal lagen 6% lager ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Om de hogere grondstofkosten te compenseren verhoogde het verfconcern in het vierde kwartaal zijn prijzen met 12,5%, zodat de kwartaalomzet met 9% toenam naar € 2,403 miljard. Voor beleggers resteerde een winst per aandeel van € 0,74, waar door analisten werd gerekend op € 0,83 per aandeel. Over heel 2021 noteerde AkzoNobel een omzetstijging van 12% tot € 9,6 miljard, terwijl de aangepaste inkomsten ten opzichte van 2020 met 0,6% daalden naar € 1,092 miljard. Over heel 2021 vielen de kosten volgens het management met € 769 miljoen hoger uit. Er is een slotdividend voorgesteld van € 1,54 per aandeel. Naar eigen zeggen zou het bedrijf de afgelopen periode aan marktaandeel hebben gewonnen en omdat het management verwacht dat de kosteninflatie halverwege 2022 weer afneemt, werd de ebitda-doelstelling van € 2 miljard voor 2023 herhaald.
Gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis.
Onbeperkt verder lezen
Premium lid worden?