Geplaatst op vrijdag 21 januari 2022 om 12:30.
Ondanks het feit dat ABN Amro in 2021 het best presterende aandeel in de Amsterdamse midkap-index was, staat de koers nog ruim 20% onder de notering die bij het uitbreken van de coronacrisis op de borden stond. Dit in tegenstelling tot de situatie bij concullega ING, waar de koers nu 30% boven het precorona-niveau staat. De meevallende cijfers over het derde kwartaal hadden geen merkbare invloed op de koers.
In het derde kwartaal steeg de winst van de bank met 14% tot € 343 miljoen. De operationele inkomsten daalden met 21% tot € 1,7 miljard, terwijl de operationele kosten met 4% afnamen tot € 1,3 miljard. De rentebaten daalden met 18%, vooral door incidentele posten, waaronder een terugbetaling voor in het verleden te veel in rekening gebrachte rente. Exclusief dit effect was er sprake van een daling van ruim 6%. De provisie-inkomsten toonden echter wel groei, wat vooral werd toegeschreven aan een verbetering van het economische klimaat en hogere vergoedingen voor vermogensbeheer. Het bedrijfsresultaat daalde met 49% tot € 432 miljoen. Omdat er, in tegenstelling tot het derde kwartaal van 2020, geen voorzieningen voor dubieuze debiteuren nodig waren, maar zelfs een kleine onttrekking kon worden gedaan, kwam de nettowinst uiteindelijk toch hoger uit.
Over de eerste drie kwartalen kwam de winst uit op € 682 miljoen (€ 0,65 per aandeel), terwijl er in dezelfde periode van 2020 een verlies werd geleden van € 99 miljoen. Operationeel daalde het resultaat met 58%, maar dankzij een verbetering in het saldo van de afboekingen van in totaal € 2,25 miljard kon er toch een duidelijke verbetering van het resultaat worden gerealiseerd.
Gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis.
Onbeperkt verder lezen
Premium lid worden?