Risicovolle geldstromen in de AI-sector

Stel dat er in een dorp drie kappers zijn. Kapper A knipt kapper B voor € 30, kapper B knipt kapper C voor € 30, en kapper C knipt kapper A voor € 30. Aan het eind van de dag hebben ze alle drie een omzet van € 30 geboekt, maar niemand is er daadwerkelijk rijker van geworden. Op papier lijkt het alsof de dorps-economie draait, maar in werkelijkheid is er alleen geld rondgegaan binnen dezelfde kring. Er is geen nieuwe klant binnengekomen, geen echt geld van buitenaf verdiend. Precies dat gebeurt nu in de wereld van kunstmatige intelligentie. Grote spelers als OpenAI, Microsoft, Amazon en Nvidia investeren miljarden in elkaar, kopen elkaars producten en versterken daarmee elkaars groei. Zolang het geld blijft circuleren, lijkt de sector te bruisen van economische activiteit, maar de vraag is: in hoeverre is dit duurzame groei?

Huidige geldkringloop

De huidige geldkringloop binnen de AI-sector laat zich eenvoudig beschrijven. AI-bedrijven zoals OpenAI investeren miljarden in datacenters van Microsoft, Amazon en Oracle om de computercapaciteit te verkrijgen die nodig is voor het trainen van hun modellen. Diezelfde datacenters steken op hun beurt enorme bedragen in chips van Nvidia, AMD en Broadcom om aan de snel toenemende vraag naar AI-verwerking te voldoen. Vervolgens investeren deze chipproducenten weer in AI-diensten en infrastructuur van onder andere OpenAI, om hun producten te verbeteren en nieuwe technologieën te testen. En zo is de cirkel weer rond. Het geld stroomt tussen hardwareleveranciers, cloudbedrijven en AI-start-ups. Iedereen lijkt te winnen, zolang iedereen blijft meespelen. De winsten bij Nvidia en de hype rond ChatGPT versterken elkaar, wat de marktkapitalisaties verder opblaast.