Magere jaren voor halfgeleiders

De halfgeleidersector kende tijdens de coronapandemie gouden tijden. Door chiptekorten die ontstonden door de toegenomen vraag naar smartphones en pc’s die nodig waren om thuis te kunnen werken, liepen de prijzen op en ontstonden er productievertragingen. Chipproducenten wilden profiteren van deze situatie en investeerden in het uitbreiden van hun productiecapaciteit. Uit cijfers van de World Semiconductors Trade Statistics (WSTS) komt naar voren dat in 2020 de omzet van de wereldwijde halfgeleidersector met 6,5% steeg naar $439 miljard. In 2021 versnelde de groei naar 26,2% en kwam de omzet uit op $555,9 miljard. Het afgelopen jaar groeide de omzet met 3,3% tot $574,1 miljard. Wel was er in de tweede jaarhelft sprake van een vertraging. In het vierde kwartaal kwamen de verkopen uit op $130,8 miljard, wat op jaarbasis een daling van 14,3% betekende en 7,2% minder was dan over het derde kwartaal in de boeken werd gezet. Vooralsnog lijkt deze negatieve trend door te zetten. In juli daalde de omzet met 11,8% naar $43,2 miljard, wat met name werd veroorzaakt door een omzetafname van 18,7% in China. Wel was dit de laagste procentuele daling van het jaar tot nog toe, wat reden geeft tot enig optimisme voor de rest van dit jaar en erna. De WSTS verwacht dat de omzet van de sector over heel 2023 met 10,3% daalt tot $515 miljard, om in 2024 met 11,8% te groeien naar $576 miljard. Het herstel zal naar verwachting vooral worden gedreven door de vraag naar geheugenchips, waarbij volgens de WSTS vooral de afzet in Noord- en Zuid-Amerika en Azië-Pacific met ten minste 10% zal groeien.