Wet op het Financieel Toezicht

Dit is waarschijnlijk niet het meest spannende onderwerp om u in te verdiepen. Desondanks is het wel een belangrijk onderwerp. Want door de Wet Financieel Toezicht wordt er toezicht gehouden op de financiële instellingen van Nederland. En dat is nodig, helemaal met de kredietcrisis van 2008 in het achterhoofd. Ook voor u als belegger is het goed om te weten hoe dergelijke toezichten wettelijk zijn geregeld. Daarom willen we in dit artikel meer vertellen over deze wet, ook wel Wft genoemd.

Alles over de Wet op het financieel toezicht


Wat is de Wet op het financieel toezicht?

Financiële instellingen zijn een belangrijke schakel in het financiële systeem. Bij deze financiële instellingen kunt u denken aan banken en verzekeraars, maar ook aan beleggingsinstellingen en adviseurs die in de financiële dienstverlening werkzaam zijn. Consumenten en bedrijven gaan ervan uit dat deze instellingen en adviseurs te vertrouwen zijn; ze rekenen erop dat hun geld en persoonlijke gegevens in goede handen zijn. De overheid houdt toezicht op deze financiële instellingen met de Wet op financieel toezicht (Wft). De wet op financieel toezicht bestaat uit verschillende voorschriften en regels.

Waarom bestaat de Wet op financieel toezicht?

De Wet op financieel toezicht is belangrijk, omdat het financiële systeem vrij kwetsbaar is en er grote schade kan ontstaan als er problemen bij financiële instellingen zijn. Een voorbeeld hiervan is de wereldwijde kredietcrisis in 2008. Omdat veel financiële instellingen nauw aan elkaar verbonden zijn, kan een crisis bij een financiële instelling grote gevolgen hebben voor meerdere bedrijven in- en buiten de financiële sector. Door toezicht te houden wordt de stabiliteit van het financiële systeem gewaarborgd en wordt ervoor gezorgd dat financiële markten efficiënt werken. Dankzij de Wet op financieel toezicht worden bovendien ook consumenten beschermd tegen een faillissement van hun financiële instelling.

Risico op fouten en/of faillissementen zo klein mogelijk houden

De Wet op financieel toezicht wordt uitgevoerd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandse Bank (DNB). Deze instellingen regelen het toezicht op vrijwel de hele financiële sector in Nederland. Het toezicht is op verschillende manieren geregeld. Zo moeten financiële instellingen aan bepaalde eisen voldoen en wordt er onder andere gecontroleerd of een financieel bedrijf wel gezond is. Deze controle wordt uitgevoerd, zodat het risico op fouten en/ of een faillissement zo klein mogelijk is.

Taken AFM

De Autoriteit Financiële Markten is er vooral op gericht om het vertrouwen van bedrijven en consumenten in de financiële markten sterker te maken. Er wordt toezicht gehouden op de omgang met klanten en naast de omgang met klanten wordt er ook gecontroleerd hoe diverse partijen met elkaar omgaan op de financiële markten. Op internationaal niveau beschermt de AFM de economische reputatie van Nederland.

Taken DNB

De Nederlandse bank heeft verschillende taken om de Wet op financieel toezicht na te streven. Zo voert De Nederlandse bank controles uit om te onderzoeken hoe gezond een financiële instelling is. Deze controles worden ook wel ‘prudentieel toezicht’ genoemd. De Nederlandse Bank waarborgt de financiële stabiliteit en is toezichthouder op het financiële systeem als geheel.

WFT-vergunning

Een WFT-vergunning is een onderdeel van de Wet op financieel toezicht en is een vergunning die alle bedrijven en personen die in de financiële sector werkzaam zijn moeten hebben. Met deze vergunning kunnen instellingen, adviseurs en tussenpersonen aantonen dat ze aan bepaalde eisen voldoen. Deze eisen hebben vooral te maken met zorgplicht en vakbekwaamheid.

Het geven van financieel advies mag alleen met een WFT-beroepskwalificatie. U kunt er daarom op vertrouwen dat de personen die advies geven bij financiële instellingen goed opgeleid zijn en weten waar ze het over hebben.

Wat als een financiële instellingen toch failliet gaat?

Ondanks de Wet op financieel toezicht kan het nog steeds voorkomen dat een financiële instelling failliet gaat. In de Wet op financieel toezicht is het zo geregeld dat de verliezen in dat geval zo veel mogelijk terechtkomen bij de aandeelhouders, spaarders met meer dan 100.000 euro en obligatiehouders. Dat wordt ook wel het ‘bail-in’ principe genoemd. Dankzij het bail-in principe hoeven de rest van de sector, de belastingbetaler en spaarders met minder dan 100.000 euro niet op te draaien voor het faillissement. Pas als het niet meer mogelijk is om het op deze manier op te lossen, wordt er een beroep gedaan op een bijdrage van de staat en dus indirect op de belastingbetaler.


Lees meer over: beleggen in aandelen, beleggen in preferente aandelenbeleggen in obligaties, beleggen in derivaten, beleggen in opties, beleggen in warrants, beleggen in turbo'sbeleggen in vastgoed of vastgoedfonds, beleggen in beleggingsfonds, duurzaam beleggen, beleggen in goud, beleggen in zilver, beleggen in oliebeleggen in windenergie, beleggen in bitcoin, defensief of offensief beleggenzelf beleggen of beheerd beleggen?, vermogensbeheer